Samen met ouders en jeugdige beslissen over passende hulp

2. Samenwerkingsrelatie opbouwen met ouders en jeugdige

Inleiding

Het uitgangspunt van deze richtlijn is dat jeugdprofessionals samen met ouders én jeugdige beslissen over de inzet van professionele hulp. Ouders en jeugdige kunnen pas écht als volwaardig partner meedenken en meepraten als zij voldoende geïnformeerd zijn. Voor een duurzaam resultaat is nodig dat alle partijen een gedeelde visie krijgen op de vragen en/of problemen. Om tot gezamenlijke beslissingen te komen, is het opbouwen van een samenwerkingsrelatie tussen jeugdprofessional en gezin essentieel. De expertise van het gezin zelf is belangrijk omdat gezinsleden vaak goede ideeën hebben over wat er aan de hand is in hun gezin, omdat ze ervaren hebben wat wel en niet voor hen werkt en omdat ze zelf het beste weten waar zij het meest behoefte aan hebben.

Hulp is ook effectiever als gezinnen en jeugdprofessionals goed met elkaar samenwerken en samen tot een beslissing over passende hulp komen. Zowel medische literatuur als literatuur over jeugdhulp en jeugdbescherming laten zien dat als ouders én jeugdigen meebeslissen, dit een positieve invloed heeft op de behandeluitkomst. De beslissingen hebben een grote impact op het gezin. Daarom horen de wensen en verwachtingen van ouders en jeugdige leidend te zijn. Hún ervaringen, hún kijk op de problematiek en de oplossing ervan vormen het uitgangspunt voor de afwegingen die de professional maakt. Dit geldt voor lichte problemen, maar ook zeker voor complexe en meervoudige problemen, en voor hulpverlening binnen het gedwongen kader.

Deze richtlijn
1. Inleiding
Reageer!