Radicalisering

Uitgangsvragen en aanbevelingen

D. Informatiekanalen die bijdragen aan zorgwekkende radicalisering

Aanbeveling:
Zorg ervoor dat je zicht hebt op de verschillende informatiekanalen van jongeren. Wees je ervan bewust dat in de praktijk fysieke en online informatiekanalen bij zorgwekkende radicalisering hand in hand gaan.

Jongeren kunnen via verschillende kanalen in aanraking komen met informatie of verhalen die kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van radicaal gedachtegoed. Jongeren die hoger scoren op risicofactoren voor radicalisering (zie A. Risico- en triggerfactoren) zijn ontvankelijker voor zulke informatie. Het is daarom belangrijk om zicht te krijgen op zowel (offline) informatiekanalen in de fysieke omgeving van jongeren als online informatiekanalen.

Offline informatiekanalen (fysieke omgeving van jongeren)

In de fysieke omgeving van jongeren speelt socialisatie een belangrijke rol. Socialisatie is het proces waarbij iemand – bewust of onbewust – de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd en overneemt. Socialisatie kan plaatsvinden binnen onder meer het gezin, de school, vrienden, de sportvereniging, het werk, het geloof, de media en overheden. Ouders, leeftijdsgenoten (peers), sleutelpersonen en culturele en religieuze instellingen zijn daarmee natuurlijke kanalen voor de ideeënvorming van jongeren.

Online informatiekanalen

In het huidige digitale tijdperk neemt het belang van de online context in radicaliseringsprocessen sterk toe. Jongeren krijgen veel informatie via berichten op sociale mediaplatformen en in (besloten) chatgroepen, waaronder Telegram. Sociale media kunnen onderverdeeld worden in mainstream platformen (zoals YouTube, TikTok, Instagram en Facebook) en alternative platformen (ook wel: alt-tech platformen). Deze platformen onderscheiden zich in de mate waarin er moderatie plaatsvindt op het platform. Dit heeft gevolgen voor het soort informatie en de content die aangeboden wordt. Alternative sociale mediaplatformen bieden relatief meer desinformatie en radicale of extremistische boodschappen aan dan mainstream platformen (zie C. Complottheorieën).

  • Onderbouwing en verdieping

    Offline informatiekanalen

    Socialisatie is een levenslang proces, maar bij uitstek relevant in de adolescentiefase. Daarin staat de zoektocht naar binding en identiteitsvorming centraal (Soenens & Luycks, 2003). Ook vindt politieke socialisatie doorgaans plaats in de adolescentiefase (Schröder et al., 2022).

    Er zijn grote individuele verschillen tussen jongeren. Zo zijn ouders en familie bij sommige jongeren – wanneer zij ouder worden en zich meer richten op exploratie van de buitenwereld – minder invloedrijk in het denken. Andere jongeren blijven juist dicht bij de ouders en belangrijke anderen. Hun invloed op waarden, normen en opvattingen blijft dan groot. Dit onderschrijft het belang van de onderlinge relaties binnen socialisatieprocessen. Die zijn bepalend voor de wijze waarop ideeënvorming plaatsvindt. Het is niet altijd makkelijk om aan te wijzen welke informatiekanalen in de fysieke omgeving in welke mate van invloed zijn op de ideeënvorming van jongeren. Zo kan een toevallige ontmoeting met een studiegenoot op school een eerste aanknopingspunt zijn om bepaalde ideeën te verkennen.

    Online informatiekanalen

    Er is een groeiend aanbod aan alternatieve bronnen, en sommige jongeren wantrouwen de mainstream media. Dit betekent niet dat jongeren minder nieuws of daaraan gerelateerde informatie consumeren. Uit onderzoek van het Commissariaat voor de Media in 2021 blijkt bijvoorbeeld dat de grote meerderheid van jongeren tussen 18 en 24 jaar via sociale media actief omgaat met nieuws, nieuws verspreidt of becommentarieert. Dat doen ze zelfs in grotere mate dan de oudere leeftijdsgroepen (Lauf & Brennecke, 2021).

    Uitwisseling tussen fysieke en online context

    Fysieke en online informatiekanalen gaan in de praktijk vaak hand in hand. Voorbeelden uit de praktijk laten onder andere zien dat individuen die radicale content consumeren via online informatiekanalen, deze vervolgens delen met leeftijdsgenoten (peers) in de fysieke omgeving. Andersom gebeurt hetzelfde: jongeren hebben offline-gesprekken waarin leeftijdsgenoten (peers) online content of kanalen aanbevelen – of ze bekijken dit samen en gaan hierover in discussie (Baugut & Neumann, 2020). Dit ondersteunt het idee dat fysieke en online informatiekanalen elkaar beïnvloeden en daarmee kunnen bijdragen aan radicalisering.

E. Online zorgwekkende radicalisering
C. Complottheorieën
Reageer!