Remy Vink is als onderzoeker werkzaam bij TNO. Ook is zij auteur van de Richtlijn Kindermishandeling.
Remy Vink, Onderzoeker bij TNO
"De openheid en het vertrouwen waarmee deelnemers aan de cliëntentafel over hun eigen ervaringen praatten, raakten me."
Onlangs was ik als mede-ontwikkelaar van de Richtlijn Kindermishandeling voor het eerst van mijn leven bij een cliëntentafel. Nadien las ik de blog van Ellen Hazebroek, lid van deze groep jeugdhulp-ervaringsdeskundigen. “Die kwetsbaarheid maakt de bijeenkomsten van de Cliëntentafel bijzonder” schreef zij. Ineens viel het kwartje: DAT is wat ik had gevoeld tijdens de bijeenkomst! Die openheid en het vertrouwen van de deelnemers waarmee zij over hun eigen ervaringen praatten, raakte me.
Bij het schrijven van een richtlijn probeer je je in te leven in ouders die te maken hebben met jeugdhulp. Dat doe je bijvoorbeeld via de professionals in de werkgroep, door kennis en werkervaring en gewoon door je eigen ouderschap. Maar de impact is veel groter wanneer je het uit eerste hand hoort! De aanbeveling in de concept-richtlijn Kindermishandeling om met ouders niet te spreken in termen van ‘risicofactoren’ (dat is dus jargon) en in veel gevallen ook niet over ‘kindermishandeling’, komt rechtstreeks van de cliëntentafel. Ouders willen niet gezien worden als ‘risicofactor’ of als pleger van kindermishandeling. Zij willen uiteindelijk, net als alle ouders, het beste voor hun kind. Zij hebben ook niet voor die risicofactoren gekozen en maken zich net als de professional zorgen.
Taal en formulering zijn zo belangrijk. Dit moet vanaf het eerste contact goed zitten tussen professional en ouders. Deelnemers aan de cliëntentafel gaven ook voorbeelden van de kwaliteit van schriftelijke taal (dit wordt vaak vergeten) en hoe belangrijk het daarbij is om feiten en interpretaties heel precies te onderscheiden. De uitspraak van een van de deelnemers: “Aannames zijn dodelijk” zal me bijblijven.