Stel als pleegzorgbegeleider een zorgteam samen waar in principe ouders en pleegkind (vanaf twaalf jaar), pleegouders, belangrijke personen uit het netwerk en professionals rondom het gezin (zoals behandelaar of leerkracht) in participeren. Maak in het zorgteam duidelijke afspraken over de rollen, taken en grenzen van alle betrokkenen en bespreek regelmatig de samenwerking tussen ouders en pleegouders en tussen de pleegzorgbegeleider en de jeugdbeschermer.
Ouders zijn en blijven de ouders van hun kind. Respecteer hun positie en werk met hen samen. Vergroot de stabiliteit van de plaatsing door ernaar toe te werken dat de ouders langzamerhand de plaatsing kunnen verdragen en accepteren. Creëer helderheid over het perspectief, streef naar gedeelde besluitvorming, help de ouders bij het opstellen van doelen, wees duidelijk over de termijnen en voorwaarden voor terugplaatsing en bied ondersteuning bij de invulling van de ouderrol.
Een adequate en zo gelijkwaardig mogelijke samenwerkingsrelatie tussen ouders, pleegkind, pleegouders, hun beider netwerk en professionals is cruciaal voor de ontwikkeling van het pleegkind in het pleeggezin en de stabiliteit van de plaatsing. Er is nauwelijks onderzoek naar hoe deze samenwerkingsrelatie gerealiseerd kan worden. Wel is er beperkt onderzoek naar het ‘participeren’ van ouders bij de plaatsing, contact tussen ouder en pleegkind, hulp en begeleiding aan ouders, de samenwerking tussen ouders en pleegouders, en de samenwerking tussen professionals.
Uitgangspunt is om zo gelijkwaardig als mogelijk, ook in het jeugdbeschermingskader tot besluitvorming te komen. Hierbij wordt de stem van ouders, pleegkind en pleegouders serieus genomen en de multidisciplinaire samenwerking vanuit het belang van het kind vormgegeven.