De samenwerking tussen ketenpartijen wordt soms bemoeilijkt door leemtes in de informatieuitwisseling tussen de zorgorganisaties en het uiteenlopende beleid rondom middelengebruik. De jeugdhulp en jeugdbescherming verwijzen cliënten bijvoorbeeld naar de verslavingszorg, maar weten niet of die cliënten daar ook aankomen. Of de jeugdhulporganisatie streeft volledige abstinentie na terwijl de verslavingszorgorganisatie inzet op controle van gebruik.
Van belang is daarom het beleid zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen en een samenwerkingsovereenkomst tussen de regionale jeugdhulporganisatie(s) en de verslavingszorg te sluiten. Neem hierin afspraken op over:
de onderlinge informatieuitwisseling over jeugdigen;
het organiseren van een warme overdracht tussen de zorgorganisaties;
het samenbrengen van relevante expertise rond jeugdigen die moeilijk te handhaven zijn binnen de zorg;
het gezamenlijk dragen van de verantwoordelijkheid voor therapieresistente jeugdigen om te voorkomen dat ze tussen wal en schip vallen.
Voor een overzicht van de vereisten aan de organisatie: zie hulpmiddelenkaart 5 in de bijlage van de Complete richtlijn (pdf).