Crisisplaatsing

3. Programma’s inzetten na crisis

Conclusie

Internationale verdragen geven aan dat hulpverleners altijd eerst zouden moeten proberen de jeugdige in het gezin van herkomst te laten opgroeien. Dat betekent dat het de voorkeur heeft om het gezin – indien mogelijk – direct na de crisis een ambulant programma aan te bieden.
Er zijn aanwijzingen dat door de inzet van Ambulante Spoedhulp en Families First het gezinsfunctioneren verbetert. Er zijn ook aanwijzingen dat de inzet van Families First een crisisplaatsing (tijdelijk) kan voorkómen. Daarnaast lijkt het erop dat de inzet van Ambulante Spoedhulp de veiligheid van de jeugdige vergroot. Verder zijn er aanwijzingen dat de inzet van pedagogische thuishulp in gezinnen waarin kindermishandeling speelt geen effect heeft op het aantal crisisplaatsingen.
Bij de inzet van ambulante programma’s is het belangrijk te letten op de volgende zaken. Ze betreffen de voorwaarden waaraan de programma’s moeten voldoen.

  • Structuur

    • binnen 48 uur na aanmelding is er hulp beschikbaar;
    • de hulpverlener is 24/7 beschikbaar;
    • hulpverlening vindt plaats in de eigen omgeving;
    • er is minimaal acht tot tien uur face-to-facecontact per week met het gezin;
    • de interventie duurt maximaal vier weken;
    • er is één vaste hulpverlener voor het gezin.
  • Inhoud

    • zet in op betrokkenheid en motivatie van de gezinsleden;
    • stel samen met het gezin de doelen vast;
    • zet cognitieve en gedragsmatige interventies in;
    • bied concrete, praktische hulp;
    • houd contact met het informele en professionele netwerk van het gezin;
    • stem de hulp zo nodig af op jeugdigen die op grond van een specifieke kwetsbaarheid recht hebben op bijzondere zorg (denk bijvoorbeeld aan jeugdigen met een laag IQ).

… Meer

Overige overwegingen
Samenvatting van de literatuur
Reageer!