ADHD

2. Wat is ADHD?

Normaal, overmatig of problematisch gedrag

Alle menselijke kenmerken kennen variatie, zo ook beweeglijkheid. Beweeglijkheid varieert in de loop van de dag (weinig in diepe slaap, veel bij bijvoorbeeld hardlopen), in de loop van het leven (gemiddeld meer bij jonge kinderen dan bij oudere) en van mens tot mens. Iemands gemiddelde niveau van beweeglijkheid is een onderdeel van zijn temperament. Elk temperamentstype kent, afhankelijk van de situatie, voor- of nadelen. Dit geldt ook voor een drukke of juist kalme aard.

Wat voor beweeglijkheid geldt, is ook van toepassing op aandacht. Die is variabel al naar gelang de omstandigheden, de levensfase en de persoon. Aandacht kan gericht, maar ook vluchtig zijn. Beide uitersten, maar ook de niveaus van aandacht daartussenin, brengen risico’s en kansen met zich mee, afhankelijk van de situatie.

Wanneer een jeugdige zo beweeglijk, impulsief is en/of zo snel is afgeleid dat zijn functioneren er in negatieve zin door wordt beïnvloed in meerdere situaties (gezin, school, werk, verenigingen), is er sprake van overmatigheid. Van ADHD wordt gesproken als deze overmatigheid tot (ernstige) beperkingen van het functioneren leidt. De diagnose ADHD kan dus pas gesteld worden bij aanwezigheid van voldoende symptomen die optreden in meerdere sociale situaties en die leiden tot ernstige beperkingen in het functioneren.

Tussen jeugdigen met ADHD bestaan net zo veel verschillen als tussen ‘gewone’ jeugdigen. Jeugdigen met ADHD verschillen ook in mate van ADHD-gedrag. Ze zijn dus niet altijd en ook niet allemaal even druk, impulsief of ongeconcentreerd.

ADHD herkennen
Inleiding
Reageer!