De begeleiding en behandeling van jeugdigen met ADHD in alle leeftijdscategorieën moet altijd gestart worden met uitgebreide psycho-educatie aan de ouders of beroepsopvoeders, en – afhankelijk van de leeftijd en wenselijkheid – aan de jeugdige zelf. Psycho-educatie is over het algemeen een doorlopend proces, dient waar nodig ook tijdens de behandeling gegeven te worden en moet zo nodig herhaald worden bij het veranderen van levensfase of behandeling.
Inhoud
In psycho-educatie wordt informatie over ADHD en de behandelmogelijkheden gegeven. Onderwerpen die aan bod moeten komen zijn:
Wat is ADHD? Hoe ‘werkt’ de DSM-5? Wat zijn de criteria voor ADHD in de DSM-5?
ADHD is geen verklarende, maar een beschrijvende diagnose.
Het onderscheid tussen lichte, matige en ernstige ADHD en de consequenties die dit heeft voor het behandelbeleid.
De stand van zaken in het onderzoek naar oorzaken van ADHD.
Hoe vaak en hoe veel ADHD voor komt.
Veel voorkomende bijkomende problemen en klachten (comorbiditeit).
Beloop en prognose.
Gevolgen van ADHD voor het functioneren thuis en op school en eventuele andere settings.
Wat zijn de behandelmogelijkheden en wat weten we over de effectiviteit?
Psycho-educatie of voorlichting moet op maat gegeven worden en aansluiten bij de ouders en de jeugdige. Vaak hebben deze al een lange periode van problemen en zoeken naar de juiste hulp achter de rug, voordat ze bij de jeugdprofessional komen. Die dient zich goed in te leven in de positie en situatie van de ouders en de jeugdige.
De ouders moeten niet worden overladen met allerlei informatie en goedbedoelde adviezen over wat ze nog méér moeten doen. Ook is belangrijk om te voorkomen dat bevestigd wordt dat ouders het niet goed doen, of gedaan hebben. Een begripvol en respectvol luisterend oor bieden en erkenning geven aan ouders is daarom belangrijk. Door erkenning voor hun zorgen, vaak (langdurige) moeilijk situatie, voor hun pogingen om hun situatie te verbeteren en hulp te zoeken, voelen ouders zich gehoord, gezien en gewaardeerd.
Daarnaast sluit effectieve psycho-educatie altijd aan bij de kennis en de taal die ouders/ beroepsopvoeders hebben. Aansluiten bij kennis wil in dit geval zeggen dat een jeugdprofessional eerst onderzoekt wat men al weet en vervolgens aanvult wat nog onbekend is.
Om informatie over ADHD, het diagnostisch proces en de begeleiding en behandeling te kunnen overdragen aan ouders, leerkrachten en jeugdigen, moet de jeugdprofessional uiteraard zelf beschikken over gedegen en up to date kennis van ADHD.
Wetenschappelijke onderbouwing
Onderzoek onderstreept de positieve rol van psycho-educatie en andere educatieve interventies bij gezinnen en leerkrachten. Zo heeft psycho-educatie mogelijk een gunstig effect op het gedrag van de jeugdige met ADHD, op de tevredenheid van ouders en jeugdigen, op kennis over ADHD en op het gebruik van medicatie.
Beschikbare programma’s en websites
Er is een breed scala aan psycho-educatie programma’s over ADHD in Nederland beschikbaar voor verschillende doelgroepen: kinderen, jongeren, ouders, leerkrachten en andere professionals. Gezien de veelheid en variëteit is er voor gekozen deze programma’s niet ieder afzonderlijk in deze richtlijn op te nemen.
Naast het gebruik van standaardprogramma’s kunnen ouders, jeugdigen, leerkrachten en andere professionals worden gewezen op de voorlichting over ADHD die kan worden gevonden via de websites van onder andere het Programma Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming (www.richtlijnenjeugdhulp.nl/adhd), het Nederlands Jeugdinstituut (www.nji.nl), het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (www.kenniscentrum-kjp.nl) en de oudervereniging Balans (www.balansdigitaal.nl).
Van belang is dat de jeugdprofessional met ouders en jeugdige bespreekt welke misverstanden over ADHD zij mogelijk kunnen tegenkomen op het internet. Deze informatie is namelijk zeker niet altijd betrouwbaar en up to date.
Aandachtspunt bij psycho-educatie
Psycho-educatie aan jeugdigen zelf dient doorgaans, maar niet in alle gevallen, gegeven te worden. De professional moet bij iedere individuele jeugdige goed afwegen wat voor- en nadelen (bijvoorbeeld stigmatisering) kunnen zijn van psycho-educatie. Hierbij moeten zaken als leeftijd en ontwikkelingsniveau, ernst van de problemen en behoeftes van de jeugdige meegewogen worden. Zo zullen sommige jeugdigen door hun leeftijd of verstandelijk niveau niet goed in staat zijn om informatie goed te begrijpen. Bij ernstiger problemen, waar de jeugdige zelf veel last van heeft, kan psycho-educatie veel positiefs bijdragen. Bij milde ADHD-problemen kan het de voorkeur verdienen eerst de omgeving te optimaliseren en af te wachten wat het effect hiervan is, zodat eventuele negatieve gevolgen van het label, zoals stigmatisering beperkt blijven. Bij jeugdigen die zelf aangeven geen informatie te willen kan het opdringen van psycho-educatie schadelijke bijeffecten hebben, zoals het vermijden van contacten met hulpverleners.