ADHD

6. Diversiteit

Comorbiditeit

ADHD treedt vaak samen op met andere psychische stoornissen en problemen (zie de pagina Diagnose ADHD volgens de DSM-5). Er is toenemend bewijs dat bij jeugdigen met ADHD comorbiditeit invloed heeft op effecten van psychosociale behandelingen. Met name de subgroep van jeugdigen die een comorbide angststoornis hebben en de subgroep van jeugdigen die behalve een internaliserende stoornis (angst of depressie) ook een gedragsstoornis hebben, lijken soms anders op behandelingen te reageren.

In de MTA-studie bleek vooral comorbide angst consequenties te hebben voor de werkzaamheid van de behandeling. Jeugdigen met ADHD en comorbide angst profiteerden meer van de gedragstherapeutische interventie dan jeugdigen met ADHD zonder angststoornis. Het effect van gedragstherapie voor de jeugdigen met ADHD en angst was gelijk aan het effect van behandeling met medicatie. Jeugdigen met ADHD en angststoornis die de gecombineerde behandeling van gedragstherapie en medicatie kregen hadden zelfs nog betere resultaten. Als mogelijke verklaring is aangevoerd dat het versterken van opvoedvaardigheden van de ouders, het bieden van structuur in het dagelijks leven en positief ouderschap in de gedragstherapeutische interventiecondities wellicht meer impact heeft op de ADHD symptomen van de angstige subgroep jeugdigen met ADHD dan op die van de groep kinderen met ADHD zonder angst.

In de MTA-studie waren ook aanwijzingen dat ‘dubbele comorbiditeit’, dat wil zeggen, ADHD die samengaat met zowel angst of depressie als een gedragsstoornis, samenhing met behandeluitkomst. Jeugdigen met dubbele comorbiditeit verbeterden meer wanneer gedragstherapie gecombineerd werd met medicatie. Een onderzoek naar factoren die van invloed kunnen zijn op de werkzaamheid van oudertraining ondersteunt deze bevinding. Dit onderzoek liet zien dat bij jeugdigen die zowel ADHD, als angst of depressie, als een gedragsstoornis hadden, de effecten van oudertraining minder groot waren dan bij jeugdigen die deze dubbele comorbiditeit niet hadden. Het is aannemelijk dat jeugdigen met dubbele comorbiditeit ernstiger problemen hebben dan jeugdigen met enkelvoudige comorbiditeit en dat voor deze groep intensievere combinatiebehandelingen nodig zijn.

Psychische problemen van ouders
Verstandelijk niveau
Reageer!