Richtlijn Crisisplaatsing in herziening

Start herziening: juni 2023
Geplande afronding herziening: maart 2024 

De richtlijn Crisisplaatsing is ontwikkeld in de periode van 2013 tot 2015. Nieuwe ervaringen, ontwikkelingen en onderzoeken maken het noodzakelijk om de richtlijn te herzien en te updaten. Er is begonnen met een inventarisatie van knel- en verbeterpunten aan de hand van een online vragenlijst. Ook inventariseren we gericht of aanbevelingen in de huidige richtlijn aansluiten bij de praktijk. De herziening is naar verwachting maart 2024 afgerond. Tijdens de herzieningsperiode blijft de huidige richtlijn de vakinhoudelijke standaard voor jeugdprofessionals. 

Lees meer over de verschillende stappen in een herziening. 

Aanleiding

De richtlijn Crisisplaatsing is als aparte richtlijn naast de richtlijn Uithuisplaatsing ontwikkeld, omdat uithuisplaatsing in een crisissituatie een specifieke aanpak vraagt. De wens is dat de richtlijn Crisisplaatsing een integraal onderdeel wordt van de onlangs herziene richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing. Dit komt omdat crisisplaatsing een specifieke vorm van uithuisplaatsing is. Inhoudelijk sluit het thema crisisplaatsing dan ook helemaal aan bij de richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing. Een integratie geeft overzicht voor jeugdprofessionals en zorgt voor verbinding tussen de onderwerpen die in beide richtlijnen aan bod komen. Deze samenhang komt de hulp aan ouders en kinderen die met een uithuisplaatsing (in een crisissituatie) te maken krijgen ten goede.

Waar gaan we mee aan de slag?

De herziening levert een nieuw, up-to-date hoofdstuk op voor de richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing. Het hoofdstuk gaat specifiek in op de bijzondere situatie van een (dreigende) uithuisplaatsing in een crisissituatie. Waar de hulpverlening of uithuisplaatsing in een crisissituatie overgaat in reguliere (planbare) hulpverlening of uithuisplaatsing, wordt verwezen naar andere hoofdstukken uit de richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing. Dit hoofdstuk is gebaseerd op een combinatie van inzichten uit onderzoek en praktijk, maar ook van cliënten en ervaringsdeskundigen.   

Waar nodig is er aandacht voor:  

  • de (dreigende) plaatsing van kinderen met een (licht)verstandelijke beperking;  
  • samenwerking met het sociale netwerk van gezinnen en andere betrokken professionals (onderwijs, basisvoorzieningen, jeugd- en jongerenwerk);  
  • samenwerking met jeugd- en volwassen-GGZ om eventuele aard en ernst van psychische problematiek in te schatten en te behandelen;  
  • de achtergrond van ouders en kinderen die mogelijk een rol speelt bij behoeften en wensen bij een (dreigende) uithuisplaatsing in een crisissituatie (etnisch cultureel, religieus, stad-platteland, seksuele diversiteit). 
Reageer!