Pleegzorg

2. Beslissen over het perspectief van het pleegkind

Inleiding

Maak als zorgteam binnen een maand na de uithuisplaatsing een plan van aanpak. Zet daarin de doelen, de randvoorwaarden voor terugplaatsing naar huis en de afspraken die zijn gemaakt over de begeleiding van de ouders en hun kind om de doelen te bereiken. Zet in het plan ook op welke termijn het opvoedingsbesluit zal worden genomen. Stel deze termijn af op wat voor het kind aanvaardbaar is. Zorg voor een gedeelde planning en maak vanaf dag één tempo om deze termijn te halen. Neem het besluit over het opvoedingsperspectief voor het pleegkind op systematische wijze: doorloop met behulp van een instrument of model een aantal stappen en/of criteria (bijvoorbeeld de Beoordelingsboog, de Deltamethode of het Pedagogisch beslissingsmodel).

Voor een pleegkind is zekerheid over het vervolg van de plaatsing van groot belang. Het gaat hier immers om bestaanszekerheid: waar hoor ik thuis, waar mag ik opgroeien? Het besluit hierover heet een opvoedingsbesluit. Jeugdprofessionals staan voor de cruciale vraag of het pleegkind teruggeplaatst kan worden naar de ouders (of één van de ouders), of dat plaatsing bij familie, een (ander) pleeggezin of een permanente plaatsing in het huidige pleeggezin de voorkeur verdient. Er is vaak niet op voorhand met zekerheid te zeggen of een pleegkind beter af is bij (één van) de ouders of in een pleeggezin. Uit tal van onderzoeken is wel gebleken dat langdurige onzekerheid over de toekomstige verblijfplaats van een pleegkind – die er in de praktijk vaak is – schadelijk is voor de ontwikkeling van het pleegkind. Bovendien is het ook voor ouders en pleegouders moeilijk als ze lange tijd in onzekerheid blijven.

Factoren van invloed op het besluit tot terugplaatsing
Inleiding
Reageer!